Korte Schets
One Wall kan 1 tegen 1 of 2 tegen 2 gespeeld worden.
De opslag is onderhands, bovenhands of men mag kiezen voor een zijwaartse opslag. Men speelt meestal één set tot 21.
Zolang de bal maar 1 maal botst mag deze terug tegen de muur gekaatst worden. Het is de bedoeling het je tegenstander zo moeilijk mogelijk te maken en de bal dus hard en heel laag te retourneren. Wanneer de bal op het laagst mogelijke punt van de muur komt is het een killshot. Als de bal ongrijpbaar is voor je tegenstander of je tegenstander slaat de bal buiten dan win je een punt of neem je de service van je tegenstander over als je niet aan de opslag was en kan je dan punten maken op de eigen opslag.
De opslag
De opslager bevindt zich in de opslagzone tussen de shortline en de service marker en mag met zijn voet bij de opslag de short line niet passeren.
De bal moet 1 keer botsen en dan tegen de muur geslagen worden en de bal moet de shortline passeren of het is 2de opslag.
De tegenstander mag de bal direct retourneren of na 1 bots.
Wanneer de bal buiten geslagen wordt achter de achterlijn dan resulteert dit eveneens in een 2de opslag. Wanneer de bal de muur niet raakt dan krijg je geen 2de opslag. Wanneer de bal buiten is over de zijlijnen dan krijg je eveneens geen 2de opslag.
Bij dubbelspel wordt er afgesproken wie eerste opslager is en wie tweede. Als de opslag van speler A verloren wordt dan mag speler B van hetzelfde team opslaan. Wanneer deze de opslag verliest dan gaat de beurt naar speler X van het andere team. Wanneer deze de opslag verliest gaat de opslag naar speler Z enz.
Er is 1 uitzondering nl. in de eerste opslagbeurt van de wedstrijd. Dan gaat de opslag meteen naar speler X in plaats van naar speler B als de opslag verloren wordt.
Wanneer speler A opslaat(bevindt zich tussen de shortline en de service marker) dan moet speler B zich buiten de lijnen bevinden met 1 voet aan elke kant van de service marker. Speler B mag het veld betreden vanaf de bal hem gepasseerd is vanaf de muur.